Slank verantwoord af, zonder jezelf te vergiftigen

11-08-2021

Vetten en vetcellen

Het doel bij afslanken, naast een gezonder leven leiden, is natuurlijk het kwijtraken van overtollig vet. Lichaamsvet wordt opgeslagen in vetcellen en deze stapelen zich voornamelijk op rond onze bovenbenen, billen en buik.

Wist je dat het aantal vetcellen dat je hebt altijd gelijk blijft? En dat het aantal vetcellen dat je hebt bepaald wordt in je kinder- en tienerjaren?

Wanneer je vet opslaat, dan worden de vetcellen in je lichaam groter. Dit wordt 'hypertrofie' genoemd. Bij kinderen splitsen de vetcellen zich op wanneer ze te groot worden. Dit is hoe, in je kinder- en pubertijd, het aantal vetcellen in je lichaam wordt bepaald. Rond je 20e houdt het splitsen van vetcellen op en kunnen ze alleen nog maar groter of kleiner worden.

Vetcellen vs. afslanken

Dit heeft heel wat gevolgen voor wanneer je als volwassene wil afslanken. Was je als kind mollig, dan is het moeilijker om als volwassenen duurzaam af te vallen. Zelfs wanneer je voor ingrepen zoals een maagverkleining kiest.

Het aantal vetcellen blijft immers steeds hetzelfde, ook als je afslankt. Het enige wat verschilt is de hoeveelheid vet per vetcel.

Er is één medische ingreep die voor een tijdelijke vermindering van de vetcellen zorgt, namelijk een liposuctie. Bij een liposuctie worden via een naald onderhuidse vetcellen weggezogen. Ons lichaam wil echter het aantal vetcellen terug op het eerdere aantal krijgen en zal deze dan ook opnieuw aanmaken, vaak op een andere plaats. Het is niet uitzonderlijk dat een vrouw die een liposuctie heeft gekregen een cupmaat of twee bijkrijgt omdat de nieuwe vetcellen zich rond de borsten opstapelen.

Vetcellen vs. hormonen

Vetcellen hebben nog andere functies naast het opslaan van vetstoffen. Zo creëren ze het hormoon leptine. Dit hormoon remt je eetlust. Hoe gevulder je vetcellen, hoe meer leptine aangemaakt wordt.

Dit is de reden waarom duurzaam afvallen lastig kan blijken te zijn wanneer je als kind al zwaar was. Je start dan met veel, gevulde vetcellen die leptine aanmaken, maar naar gelang je afslankt mindert deze productie en krijg je dus eerder een hongergevoel. Je lichaam wilt terug naar dat eerdere niveau aan leptine.

Naast het remmen van het hongergevoel heeft leptine ook een invloed op ons afweersysteem. Als je te mager bent, dan wordt je ook sneller ziek.

Vetcellen vs. toxines

Onze vetcellen slaan trouwens niet alleen vet op, maar ook gifstoffen. Het gaat om gifstoffen die ons lichaam niet of zeer moeilijk kan afbreken. Ze worden als het ware opzij gezet in de vetcellen zodat ze ons lichaam geen schade berokkenen.

Wanneer we afslanken, echter, komen deze gifstoffen weer vrij in onze bloedbaan. Initieel zullen deze gifstoffen in de vetcellen blijven terwijl het vet in de cel geleidelijk aan vermindert, maar op een gegeven moment zullen ze toch vrijkomen.

Dit kan toch aardig wat negatieve gevolgen hebben. Zeker wanneer je snel probeert af te vallen door bv. een crashdieet of een maagring, dan kunnen de vrijgekomen toxines een impact hebben op je lichaam.

Conclusie

Het is dus aangewezen om langzaam maar gestaag af te vallen en je niet te focussen op zo snel mogelijk zo veel mogelijk gewicht kwijt te raken. Wanneer je dat doet, dan loop je het risico jezelf letterlijk te vergiftigen. Bovendien raakt je lichaam niet gewend aan de verminderde hoeveelheid leptine hormoon en zal je last krijgen van een voortdurend hongergevoel.

De sleutel tot duurzaam afvallen is dus dat je je lichaam voldoende tijd geeft om de toxines te verwerken en om te wennen aan het verminderde vetgehalte.

Meer weten over een gezonde levensstijl?